Technische controle A 1 (Lichtste categorie)

 

De “dodemansknop” dient ervoor om de motor in noodsituaties uit te schakelen. Het licht blijft echter wel branden!

 

Het oliedruklampje gaat branden als er onvoldoende olie rondgepompt wordt. U moet dan zo snel mogelijk stoppen.

 

De voorrem is een schijfrem. De gaten in de schijfrem zorgen ervoor dat het vuil dat erop komt afgevoerd wordt. De rem wordt hydraulisch bediend (met remvloeistof). Het remvloeistofreservoir bevindt zich op het stuur. Het kijkglaasje laat zien of er nog voldoende vloeistof in zit. Is het peil tegen het minimum, dan zijn de remblokken wellicht versleten of er is mogelijkerwijs een lek ontstaan. Vul het reservoir dus niet direct bij.

 

Aan de banden moet u drie dingen controleren:

 

profiel (ongeveer 1 mm);

druk (ongeveer 2,5 bar);

beschadigingen

 

Ook is het van belang dat het dopje op het ventiel zit, want als er vuil in komt, zal het gaan lekken. Het profiel dient ervoor om water en vuil af te voeren, zodat de banden voldoende grip hebben.

Overigens kunt u het rijcomfort verbeteren door de bandenspanning te verhogen. Een andere mogelijkheid is het zorgvuldig afstellen van de vering.

   

 

De motor is luchtgekoeld. Hier behoeft niets aan gecontroleerd te worden.

 

De motorolie bevindt zich rechts onder het blok. U kunt de olie controleren via de peilstok rechtsonder in het blok. Neem de peilstok uit de houder, veeg hem schoon en stop hem weer in het gat, tot aan de schroefdraad. Dan de peilstok weer uitnemen en aflezen. Hij moet dan tussen het minimum en maximum staan. Bij het controleren van het oliepeil moet de motor recht staan, als het mogelijk is door deze op de middenbok te zetten. Ook moet de motor uit staan. De motorolie kan worden bijgevuld via de vuldop. Deze vindt u ook aan de rechterkant.

 

 

De achterrem is een trommelrem. Deze wordt mechanisch bediend door middel van een stang. Je moet hierbij twee dingen controleren, namelijk de vrije slag van het pedaal, ( deze mag niet te groot zijn ivm de reactietijd ) en de slijtage van de remschoenen. Dit kan je zien door het rempedaal helemaal in te trappen. Het pijltje dan aan het remheveltje zit mag dan niet tot aan het nokje komen. Is dit wel het geval, dan moeten de remschoenen vervangen worden.

 

De eindaandrijving gebeurt door een ketting met tandwielen. Deze moet u regelmatig smeren en spannen. U kunt de kettingspanning controleren door in het midden van de ketting de speling te voelen. De speling moet ongeveer 1 à 2 centimeter zijn. Wanneer de speling groter is, moet de ketting opnieuw gespannen worden. Dit doet u door het wiel naar achter te zetten met de stelmoeren aan de achterbrug. Zorg ervoor dat u de moeren aan beide kanten evenveel draait, zodat het wiel recht blijft staan. U kunt dit ook controleren met behulp van middel van de streepjes links en rechts op de achterbrug.

Wanneer het controlestreepje voor de overige streepjes staat, is de ketting versleten. Monteer altijd tegelijkertijd nieuwe tandwielen als u een nieuwe ketting monteert.

Let er op dat je ook de vrije slag van de achterrem daarna controleert. Dit moet je altijd controleren bij een kettingaandrijving en een trommelrem achter!

Andere eindaandrijvingen zijn cardan en getande riem.

 

Ook de vering kan versteld worden. Hiervoor draait u de “kam” die onderaan de veer zit. Dit doet u als u bijvoorbeeld extra gewicht meeneemt in de vorm van bagage of een duopassagier. De veren links en rechts moeten evenveel versteld worden.

 

Kort samengevat kunnen we stellen dat je de volgende punten regelmatig    moet controleren: BRAVOK

Deze letters staan voor:     Banden

                                          Remmen

                                          Accu

                                          Verlicchting

                                          Olie

                                          Ketting (cardan) of Koelvloeistof

 

Voor de precieze uitleg wordt u verwezen naar het instructieboekje dat bij de motor hoort. Hierin vindt u onmisbare informatie over uw motor, zodat u zo veilig en comfortabel mogelijk op weg gaat.